Formulieren ontwerpen Belangrijkste termen Formulier Een venster waarin u op een gemakkelijke manier gegevens kunt invoeren en weergeven. Gegevensbron van het formulier Databasetabel of query die de gegevens levert die in het formulier getoond worden. De gegevensbron is nodig omdat formulieren slechts hulpmiddelen zijn om de gegevens te tonen of in te vullen, terwijl tabellen en query's de bron van de gegevens zijn. Aan nieuwe, lege formulieren is nog geen gegevensbron toegewezen, daarom tonen ze de gegevens uit de database pas als u er een gegevensbron aan toewijst. Formulierveld Het equivalent van een kolom in een tabel of query. Velden voor tekst en getallen worden het vaakst gebruikt. Wanneer u een nieuwe waarde invult of de bestaande waarde wijzigt, wordt de ermee verbonden kolom in een tabel of query ook gewijzigd (nadat de wijziging geaccepteerd is). Formulierontwerp Taken die u uitvoert om het uiterlijk en de functies van het formulier te definiëren. Hiervoor moet u een gegevensbron toewijzen, verscheidene typen formuliervelden invoegen en deze op de gewenste locatie plaatsen. Formulierelement Een element op een formulier. De belangrijkste typen zijn: Elementen die informatie tonen, ⪚ een tekstvak of een afbeeldingsvak. Elk element van dit type kan verbonden worden met een veld in een gegevensbron (een kolom in een tabel of query). Daarom worden zulke elementen ook wel formuliervelden genoemd. Elementen die een gespecificeerde actie kunnen uitvoeren, ⪚ een knop waarmee het huidige formulier gesloten kan worden. In andere toepassingen heet dit type element soms besturingselement omdat het een een vooraf gedefinieerde actie uitvoert die het gedrag van de databasetoepassing bestuurt. Andere elementen die het uiterlijk van een formulier verfraaien, bijvoorbeeld een lijn als scheiding tussen twee gebieden op een formulier. Containerelement Een element waarin andere elementen geplaatst kunnen worden, bijvoorbeeld frame-elementen en tabbladelementen. Het oppervlak van een formulier is ook een container. Een knop kan niet als container dienst doen omdat het niet mogelijk is om er een ander element in te plaatsen. Containerelementen kunnen genest (in andere containerelementen geplaatst) worden, dit kan nuttig zijn voor ingewikkelde formulieren. Formulieren contra tabellen In hoofdstuk 5.2 wordt beschreven hoe u gegevens direct in tabellen kunt invullen. In veel gevallen zijn formulieren geschikter om gegevens in te voeren: Een tabel kan meer kolommen bevatten dan dat er op het scherm passen. Een formulier kan zulke gegevens tonen in de vorm van meerdere regels. Op een formulier kunt u gegevensvelden in logische groepen splitsen zodat ze beter leesbaar worden. U kunt labels met extra informatie invoegen om de gebruikers tips te geven hoe ze het formulier moeten gebruiken of labels met informatie over de betekenis van de gegevensvelden. Voor algemene commando's kunnen knoppen op formulieren gebruikt worden, zodat gebruikers de formulieren op een zelfde manier als een losstaande toepassing waar ze mee bekend zijn kunnen gebruiken Tekstvelden met meerdere regels of afbeeldingen kunnen in de gegevensweergave net zo gemakkelijk weergegeven worden als op formulieren. Werken met formulierontwerp Net als bij het ontwerpen van een tabel of een query kunt u zowel de Gegevensweergave als de Ontwerpweergave gebruiken. Formulieren worden in de Ontwerpweergave ontworpen. Vaak noemen we het venster waarin de formulieren ontworpen worden Formulierontwerper. Om een nieuw, leeg formulier te creëren kiest u Invoegen Formulier in het menu. U kunt ook Nieuw Formulier kiezen op de werkbalk van de Projectnavigator of Object aanmaken: Formulier... in het contextmenu kiezen. Er verschijnt een nieuw frame, u kunt de grootte wijzigen door de randen te verslepen. Over het formulier is een raster gelegd, zodat de elementen gemakkelijker op de juiste plaats gezet kunnen worden. Het venster van Formulierontwerp heeft (net als tabelontwerp) een Eigenschappen-editor. Om ruimte te besparen op het scherm zijn er drie tabbladen met eigenschappen die gerelateerd zijn aan het formulier: Het tabblad Eigenschappen Bevat een lijst met eigenschappen van het geselecteerde element. Het tabblad Gegevensbron Bevat eigenschappen die specifiek verband houden met de gegevensbron van het geselecteerde element of van het formulier zelf. Het tabblad Elementen Bevat een hiërarchische lijst van alle elementen op het formulier. Met behulp van deze lijst kunt u gemakkelijk elementen op naam zoeken en direct het juiste element vinden. De informatie over de naam en het type van het geselecteerde element vindt u op het eerste en het tweede tabblad. Er zijn ook extra werkbalken beschikbaar: De werkbalk Elementen bevat knoppen om nieuwe elementen op het formulier in te voegen. De werkbalk Opmaak wordt gebruikt om de formulierelementen op te maken (bijvoorbeeld de grootte van een element veranderen, elementen groeperen). Het menu Opmaak bevat ook commando's om de grootte van elementen te wijzigen. U kunt hierover meer informatie vinden in . Het tabblad <guilabel >Elementen</guilabel > gebruiken Het tabblad Elementen in de Eigenschappen-editor toont een lijst met elementen en hun hiërarchie. Alle elementen op hetzelfde niveau in de hiërarchie staan bij elkaar. De namen van elementen in containerelementen zijn ingesprongen. Van elk element wordt de naam en het type vermeld. Het type is ook te zien aan een pictogram links van de naam - hetzelfde pictogram dat in ontwerpmodus op de werkbalk staat. Wanneer u op een naam in de lijst klikt, wordt het bijbehorende element op het formulier geselecteerd. Dit maakt het gemakkelijk om een element op naam te zoeken, te selecteren en daarna op het tabblad Eigenschappen de eigenschappen ervan te wijzigen Wanneer u de Ctrl-toets ingedrukt houdt kunt u meerdere elementen uit de lijst selecteren. Om een aantal elementen die onder elkaar staan te selecteren moet u de Shift-toets ingedrukt houden. Het is nuttig, maar niet verplicht, om de elementen duidelijke namen te geven. De naam van een element ie een eigenschap die niet zichtbaar is voor de gebruiker van het formulier. Gebruikers van het formulier zien alleen de tekst die door de eigenschap Tekst bepaald wordt. Elementen invoegen - tekstvelden Als voorbeeld maken we een formulier dat informatie geeft over personen, in dit geval een formulier dat verbonden is met de tabel Personen. Als het formulier gegevens uit een database moet weergeven, moet u de juiste velden op het formulier plaatsen. Hiervoor kunt u de knoppen op de werkbalk Elementen gebruiken, elke knop correspondeert met één enkel type element. Klik op de knop Tekstvak op de werkbalk Elementen. Klik op het formulier met de linkermuisknop. Er wordt een nieuw tekstveld op de plaats waar u geklikt hebt geplaatst. Wanneer u een rechthoek tekent met de muis de voordat u de muisknop loslaat, kunt u de gewenste grootte van het element op het formulier bepalen. Als u het element wilt verplaatsen, klikt u erop en sleept u het met de muis naar de gewenste plaats. U kunt de grootte van het element wijzigen door één van de handvatten te verslepen. De handvatten zijn alleen zichtbaar als het element geselecteerd is, als u een ander element selecteert of op een lege plaats op het formulier klikt, verdwijnen de handvatten. Klik nogmaals op de knop Tekstvak op de werkbalk en klik daarna op- het formulier om een tweede element in te voegen. Herhaal dit nog een keer tot u drie tekstvakken op het formulier hebt. Om het eenvoudig te houden beperken we ons tot drie gegevensvelden. In de ontwerpmodus is er een contextmenu beschikbaar, dat geopend kan worden door met de rechtermuisknop op een element of op het formulier te klikken. Het menu bevat de commando's Knippen, Kopiëren, Plakken, Verwijderen en andere, sommige met submenu's. Veel van de commando's zijn ook op de menubalk te vinden, voornamelijk bij Bewerken. Voor deze commando's zijn ook sneltoetsen beschikbaar. Sommige commando's zijn alleen beschikbaar voor bepaalde typen elementen. Met behulp van de commando's Knippen, Kopiëren en Plakken kunt u elementen verplaatsen of kopiëren naar andere formulieren en zelfs naar andere databaseprojecten. Wanneer u de Ctrl-toets ingedrukt houdt terwijl u op een element klikt, kunt u meerdere elementen selecteren. Als u een kopie van een element op het formulier wilt maken, kunt u in plaats van Kopiëren en Plakken de Ctrl-toets ingedrukt houden terwijl u het element met de muis versleept. Wanneer u de Ctrl-toets loslaat, wordt het element niet verplaatst, maar wordt er een kopie van het element op de cursorpositie geplaatst. Gegevensbronnen toewijzen Aan de velden die u ingevoegd hebt, is nog geen gegevensbron toegewezen, ze kunnen dus nog geen informatie uit de database weergeven. Om een gegevensbron toe te wijzen gebruiken we het tabblad Gegevensbron in het paneel Eigenschappen. Allereerst moet de gegevensbron van het formulier gespecificeerd worden, dat wil zeggen, de locatie waar de gegevens vandaan gehaald zullen worden. In dit geval gebruiken we de tabel Personen als gegevensbron voor het nieuwe formulier. Klik op een lege plaats op het formulier om te zorgen dat de eigenschappen van het formulier gewijzigd worden. Schakel over naar het tabblad Gegevensbron en typ de tabelnaam personen in bij Gegevensbron formulier of klik op de de naam in de keuzelijst. U hebt nu de gegevensbron voor het formulier toegewezen. Nu moeten de gegevensbronnen voor de verschillende elementen nog gespecificeerd worden. Klik op het eerste tekstveld, bovenin het formulier. Typ de veldnaam naam bij gegevensbron (op het tabblad Gegevensbron in het eigenschappenpaneel) of klik op deze naam in de keuzelijst. Klik op het volgende tekstveld en typ achternaam voor de gegevensbron. Op dezelfde manier wijst u gegevensbronnen toe aan de velden straat, huisnummer en plaats. U kunt nu het formulierontwerp opslaan (u kunt het formulier wel testen als het nog niet opgeslagen is). Klik op Wijzigingen in objecten opslaan op de werkbalk of gebruik het menu CtrlS BestandOpslaan. Bij het opslaan wordt een naam voor het formulier gevraagd. Typ Personen voor de formuliernaam en klik op OK. De formuliernaam wordt automatisch bij de eigenschappen ingevuld. U wilt nu waarschijnlijk het formulier testen. Klik op Overschakelen naar gegevensweergave op de werkbalk. Als de gegevensbronnen correct zijn toegewezen, ziet u de de gegevens uit de tabel personen in de formuliervelden. Als u de toewijzing van een gegevensbron voor een element wilt verwijderen, klikt u op Gegevensbron van element wissen bij de keuzelijst Bronveld. Om de toewijzing van de gegevensbron voor het formulier te verwijderen, klikt u op Gegevensbron wissen bij de keuzelijst Gegevensbron formulier. Klik op Ga naar geselecteerde gegevensbron om de bijbehorende tabel of query in de Projectnavigator te selecteren. Op deze manier kunt u snel de tabel of query openen die als gegevensbron aan het formulier is toegewezen. Tekstlabels invoegen Om het voor de gebruiker van het formulier gemakkelijker te maken om de bedoeling van de velden te zien, kunt u er tekstlabels met een duidelijke omschrijving aan toevoegen. Hiervoor gebruikt u het element Label. Voeg drie tekstlabels in op het formulier, links van de drie tekstvakken (of rechts als de tekstrichting van rechts naar links loopt). Wanneer een tekstlabel ingevoegd wordt, verschijnt er een tekstcursor op de plaats waar u de gewenste naam kunt typen. Geef de tekstlabels de volgende namen: Naam, Achternaam en Straat. Voeg bovenaan het formulier ook een tekstlabel in met de naam van het formulier: Personen. Maak dit label groter kies Opmaak Lettertype... om de tekst groter te zetten. Acties Een actie is één handeling in de toepassing die de gebruiker kan uitvoeren. De handeling kan ook automatisch uitgevoerd worden als reactie op een bepaalde gebeurtenis, (bijvoorbeeld na het openen van een formulier). Acties aan knoppen toewijzen Er kunnen allerlei acties aan knoppen toegewezen worden. De toegewezen actie wordt uitgevoerd nadat er op de knop is geklikt. Een actie toewijzen: Schakel over naar de Ontwerpweergave. Selecteer de knop door erop te klikken, voeg eventueel eerst een nieuwe knop in. Geef de knop een naam en druk op de Enter-toets. Klik met de rechtermuisknop op de knop om het contextmenu te openen. Kies Actie toewijzen... in het contextmenu. Het dialoogvenster Actie toewijzen aan opdrachtknop wordt geopend, hierin staat een lijst met beschikbare acties. Als er een actie aan de knop is toegewezen, is deze geselecteerd. Anders is in de keuzelijst Actietype het item Geen type geselecteerd. Selecteer het item Toepassing in de keuzelijst Actietype. Er verschijnt een lijst met alle beschikbare acties in de toepassing. Kies één van de acties (bijvoorbeeld Rij verwijderen). Klik op OK of druk op de Enter-toets om uw keuze te accepteren. Als u wilt testen of de actie werkt, moet u overschakelen naar de gegevensweergave. Als u bijvoorbeeld de actie Rij verwijderen hebt toegewezen en u klikt op de knop, wordt de huidige rij uit de database verwijderd op dezelfde manier als wanneer u CtrlDelete BewerkenRij verwijderen in het menu kiest (afhankelijk van de instellingen kan er een vraag om bevestiging volgen). Om een toegewezen actie te verwijderen, kiest u Geen actie in de keuzelijst Actietype in het dialoogvenster Actie toewijzen aan opdrachtknop. Acties werken alleen in de gegevensweergave van een formulier. Niet alle acties zijn zinvol, in de gegevensweergave is bijvoorbeeld Lettertype... niet beschikbaar (vooropgesteld dat er geen geselecteerde elementen in ontwerpweergave zijn), wijzigingen aan het lettertype hebben geen effect in de gegevensweergave. Elementen-layouts In veel gevallen moeten de elementen overzichtelijk geplaatst en uitgelijnd worden. U kunt de elementen handmatig verplaatsen, uitlijnen en van grootte veranderen, maar dit is arbeidsintensief. Wanneer een gebruiker de grootte van het formulier verandert, wordt geen rekening gehouden met de plaats van de elementen. Bovendien kunt u niet bepalen hoeveel ruimte een formulier nodig heeft, omdat gebruikers met andere schermindelingen en resoluties werken. Er is een speciaal hulpmiddel waarmee u de elementen op een formulier automatisch kunt indelen: elementen-layout. Hiermee kunt u twee of meer elementen groeperen, zodat deze op de juiste plaats staan en de juiste grootte hebben. Met elementen-layouts wordt het uitlijnen gemakkelijker, tekstvelden staan dichter bij elkaar en de afstand tussen de elementen is overal hetzelfde. Er zijn twee manieren om elementen-layout te gebruiken. Selecteer twee of meer elementen die u wilt groeperen en kies een layout in het contextmenu bij Element-leyout activeren. Klik op een containerelement (of op het formulier), en kies een layout in het contextmenu bij "Element-leyout activeren". Alle elementen in de container of op het formulier krijgen dezelfde layout. In elk van deze gevallen kunt u ook het menu OpmaakElementen-layout activeren kiezen. Elementen-layouts zijn in de ontwerpweergave herkenbaar aan een rechthoek met een blauwe, groene of rode stippellijn. De elementen-layout kan op het raster afgestemd worden, maar er zijn ook andere mogelijkheden. verticaal Verticale elementen-layout horizontaal Horizontale elementen-layout Vering in elementen-layouts Vering in elementen-layouts is een speciaal, onzichtbaar element waarmee de positie en de grootte van elementen in een layout bijgesteld kan worden. Met behulp van vering kan een element uitgerekt of samengedrukt worden. Vering kan aan de boven-, onder, linker, of rechterkant van een element geplaatst worden, zodat het element de gewenste grootte en positie blijft houden. Vering gebruiken: Klik op het vering-pictogram op de werkbalk Elementen. Klik op het formulier op de de plaats waar de vering ingevoegd moet worden. Vering werkt alleen in een globale layout, dat wil zeggen een layout voor het formulier. De vering gebruikt de rand van het formulier om de elementen uit te rekken of samen te drukken. Elementen-layouts verwijderen Wanneer u de layout wilt verwijderen zonder dat de elementen verwijderd worden, moet u één van de volgende manieren gebruiken: Klik met de rechtermuisknop op de rand van de layout en kies Layout opheffen in het contexmenu. Klik met de linkermuisknop op de rand van de layout en kies het menu Opmaak Layout opheffen. Als u het menu Layout opheffen kiest, worden de elementen in de layout niet verwijderd. Als u de elementen ook wilt verwijderen, klikt u op de rand van de layout en drukt u daarna op de Delete-toets of kiest u Bewerken Verwijderen in het menu of in het contextmenu. Variabele afmetingen van elementen in een layout U kunt de elementen een vaste grootte geven, maar in &kexi; kunt u ook kiezen uit verscheidene andere manieren om de grootte van elementen in te stellen. Variabele afmetingen bieden een flexibele methode om te bepalen hoeveel een element uitgerekt (of samengedrukt) wordt, afhankelijk van naastgelegen elementen en de beschikbare ruimte op het formulier. Nadat u een layout voor de elementen geactiveerd hebt, krijgt elk element een proportionele (Voorkeur) variabele afmeting. De grootte van deze elementen wordt automatisch gewijzigd, afhankelijk van het type en de afmetingen van de layout. Bijvoorbeeld: De grootte van drie knoppen in een horizontale layout zal zo gewijzigd worden, dat de zichtbare tekst er precies op past. In de Eigenschappen-editor kunt u voor elk element de variabele afmetingen instellen. Deze instellingen staan bij elkaar in de groep eigenschappen Variabele afmetingen. Deze groep eigenschappen bevat: Horizontaal variabel afmetingen bepalen de horizontale grootte van het element, Verticaal variabele afmetingen bepalen de verticale grootte van het element, Horizontaal uitrekken bepaalt de mate waarin de Horizontaal variabele afmetingen beïnvloed worden, verticaal uitrekken bepaalt de mate waarin de Verticaal variabele afmetingen beïnvloed worden Waarden van variabele afmetingen De volgende waarden zijn beschikbaar in de keuzelijst bij Horizontaal variabele afmetingen en Verticaal variabele afmetingen in de Eigenschappen-editor: Vast deze waarde betekent dat de afmetingen van het element niet automatisch gewijzigd kunnen worden; de afmetingen (breedte of hoogte), die tijdens het ontwerpen gedefinieerd zijn, blijven behouden, Minimum deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element als minimale grootte wordt ingesteld, de afmetingen voldoen en het is niet nodig om het element groter te maken, maar zodra het nodig is, wordt het element groter gemaakt. Dit type van variabele afmetingen kan worden gebruikt om het element tot de totale breedte of hoogte te vergroten, in het bijzonder als u de uitrekwaarde op groter dan 0 instelt. Maximum deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element als maximale grootte wordt ingesteld en dat het element kleiner gemaakt kan worden, zonder dat het onbruikbaar of onleesbaar wordt, als andere elementen meer ruimte nodig hebben, Voorkeur deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element het beste is en de voorkeur heeft; het element kan echter groter of kleiner gemaakt worden en het zal leesbaar blijven, Toenemend deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element redelijk is, maar het element kan kleiner gemaakt worden; het kan ook zo groter gemaakt worden om zo veel mogelijk ruimte in te nemen, Minimum toenemend deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element toegestaan is; het kan groter gemaakt worden om zo veel mogelijk ruimte in te nemen, Genegeerd deze waarde betekent dat de oorspronkelijke grootte van het element genegeerd wordt; het element kan groter gemaakt worden om zo veel mogelijk ruimte in te nemen, maar andere elementen maken dat gewoonlijk niet mogelijk Verschillende typen elementen hebben ook verschillende standaarden voor de variabele afmetingen; knoppen hebben bijvoorbeeld als standaard dat de variabele afmetingen ingesteld zijn op Minimum (in beide richtingen), terwijl voor tekstvakken de verticaal variabele afmetingen ingesteld zijn op Vast. De meestgebruikte variabele afmetingen zijn Voorkeur, Minimum en Maximum. Verticaal en horizontaal uitrekken De eigenschappen Verticaal uitrekken en Horizontaal uitrekken accepteren waarden die groter dan of gelijk aan 0 zijn (de waarde moet een heel getal zijn). Met behulp van deze eigenschappen kunt u het gedrag van variabele afmetingen preciezer instellen. De standaardwaarden voor beide eigenschappen is 0. Een hogere waarde voor het uitrekken betekent dat het element meer vergroot wordt dan elementen waarvoor een lagere waarde ingesteld is. Afmetingen en positie van elementen handmatig instellen In het geval dat uw formulier geen layout heeft waarmee de positie en de afmetingen automatisch ingesteld worden, wilt u waarschijnlijk de positie en afmetingen van elementen handmatig instellen om het formulier overzichtelijker te maken. De formulierontwerper van &kexi; maakt dit gemakkelijker door middel van de volgende groep commando's: De afmetingen van geselecteerde elementen aanpassen. De commando's hiervoor zijn beschikbaar bij OpmaakGrootte van elementen aanpassen op de menubalk en in het contextmenu bij Grootte van elementen aanpassen. U kunt ook op de knop Grootte van elementen aanpassen op de werkbalk klikken. Passend De grootte van de geselecteerde elementen wordt zo gewijzigd, dat elk element precies groot genoeg voor de inhoud ervan is, de grootte van een label wordt bijvoorbeeld aangepast aan de tekst. De positie van de elementen wordt niet gewijzigd. Aan raster De grootte van de geselecteerde elementen wordt zo gewijzigd, dat de hoekpunten van elk element op een rasterpunt van het formulier (of van een andere container) worden geplaatst. De positie van het element kan iets gewijzigd worden. Aan kortste De hoogte van de geselecteerde elementen worden zo gewijzigd, dat ze allemaal dezelfde hoogte hebben als de kortste. De positie van de elementen wordt niet gewijzigd. Aan langste De hoogte van de geselecteerde elementen worden zo gewijzigd, dat ze allemaal dezelfde hoogte hebben als de langste. De positie van de elementen wordt niet gewijzigd. Aan smalste De breedte van de geselecteerde elementen worden zo gewijzigd, dat ze allemaal dezelfde hoogte hebben als de smalste. De positie van de elementen wordt niet gewijzigd. Aan breedste De breedte van de geselecteerde elementen worden zo gewijzigd, dat ze allemaal dezelfde hoogte hebben als de breedste. De positie van de elementen wordt niet gewijzigd. De positie van geselecteerde elementen uitlijnen. De commando's hiervoor zijn beschikbar bij OpmaakElementen uitlijnen op de menubalk en in het contextmenu bij Elementen uitlijnen . U kunt ook op de knop Elementen uitlijnen op de werkbalk klikken. Aan linkerrand De linkerranden van de geselecteerde elementen worden uitgelijnd op de linkerrand van het element dat het verst naar links staat. Aan rechterrand De rechterranden van de geselecteerde elementen worden uitgelijnd op de rechterrand van het element dat het verst naar rechts staat. Aan bovenrand De bovenranden van de geselecteerde elementen worden uitgelijnd op de bovenrand van het element dat het het hoogst bovenin staat. Aan onderrand De onderranden van de geselecteerde elementen worden uitgelijnd op de onderrand van het element dat het het laagst onderin staat. Aan raster De linkerbovenhoeken van de elementen worden naar het dichtstbijzijnde rasterpunt verplaatst. Geen van de bovenstaande commando's wijzigen iets aan de grootte van de elementen. Er zijn nog andere commando's beschikbaar: Element naar voorgrond verplaatsen (vóór alle andere elementen) en Element naar achtergrond verplaatsen (achter alle andere elementen). Deze twee commando's worden zelden gebruikt, omdat elementen zelden op elkaar geplaatst worden (behalve wanneer een container elementen bevat). Bovendien kunt u een element ook naar de voorgrond verplaatsen door er met de muis op te klikken. De tabvolgorde instellen De focus op een element bepaalt dat dat element met het toetsenbord geactiveerd kan worden. Focus hangt samen met elementen die in de gegevensweergave van een formulier zichtbaar zijn. Er kan altijd maar één element de focus hebben. Focus wordt het vaakst gebruikt voor tekstvakken (een actief tekstvak heeft de focus). Een ander voorbeeld is een knop - wanneer de knop de focus heeft, kunt u deze met de Entertoets of met de Spatiebalk indrukken in plaats van er met de muis op te moeten klikken. Er zijn verscheidene methoden om elementen actief te maken (het element de focus geven): klikken met de muis, het muiswieltje bewegen terwijl de muiscursor zich boven het element bevindt, of met de Tab-toets. De laatste methode wordt vaak gebruikt omdat deze snel en gemakkelijk is. De beschikbaarheid van de methode wordt bepaald door de eigenschap Focusbesturing van het betreffende element. Wanneer u de focus verplaatst (elementen activeert) met behulp van de Tab-toets wordt rekening gehouden met de ingestelde tabvolgorde op het formulier. Telkens wanneer u op de Tab-toets drukt, springt de focus naar het volgende element, de tabvolgorde bepaalt de volgorde waarop de elementen geactiveerd worden.. De tabvolgorde van elementen veranderen: Schakel over naar de ontwerpweergave. Kies Bewerken Tabvolgorde bewerken... op de menubalk. Het dialoogvenster Tabvolgorde bewerken wordt geopend, hierin kunt u de instellingen wijzigen. Het dialoogvenster bevat een lijst met twee kolommen: in de eerste kolom staan de namen, in de tweede het type van de elementen. Voor de duidelijkheid staat het bijbehorende pictogram vóór de naam. Alleen de elementen waarvoor de Tab-toets beschikbaar is voor de focusbesturing staan in de lijst. In dit venster kunt u de tabvolgorde wijzigen, u kunt ook automatische tabvolgorde instellen. De tabvolgorde wijzigen: Klik op een element in de lijst en sleep het met de muis naar de gewenste plaats (omhoog of omlaag). Klik op een element in de lijst en klik daarna op de knop Omhoog verplaatsen of Omlaag verplaatsen om het element op de gewenste positie te plaatsen. Activeer het keuzevakje Tabvolgorde automatisch instellen. Als deze optie ingeschakeld is, worden wijzigingen in de lijst genegeerd - &kexi; stelt de tabvolgorde automatisch in. Dit betekent dat het element linksboven (of rechtsboven als de tekstrichting van rechts naar links ingesteld is) als eerste de focus krijgt, de volgorde loopt daarna van links naar rechts (of van rechts naar links) en van boven naar beneden. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan of op Annuleren om de wijzigingen te negeren.